“Joke van Leeuwen publiceert in 1988 ‘Duizend dingen achter deuren’, dat een verhalende en tegelijkertijd informatieve rondgang is door allerlei mogelijke musea. In woord en beeld wordt duidelijk dat een museum altijd begint met verzamelen. als je allerlei dingen van jezelf bewaart, kun je dus een ‘Museum van Mezlef’ beginnen. In hetzelfde jaar verschijnt ‘We zijn allang begonnen, maar nu begint het echt’, waarin veel informatie te vinden is over hoe een theaterstuk tot stand komt. De kennis is ingebed in een verhaal over een theatergezelschap. In ‘Waarom een buitenboordmotoren eenzaam is’ (2004) gaat Van Leeuwen in op de dynamiek van de Nederlandse taal. Ze schreef en tekende het boek met steun van de Nederlandse Taalunie, die op DeE manier aandacht wilde vragen voor de ontwikkeling van onze taal. Op haar kenmerkende speelse manier laat zij zien dat taal verandert en dat je sommige woorden wel en andere juist niet in een bepaalde situatie gebruikt, ook al betekenen ze eigenlijk hetzelfde…. In ‘Een halve hond heel denken'(2008), dat bekroond werd met een Zilveren Griffel, beschrijft Van Leeuwen hoe we de werkelijkheid kunnen vastleggen in foto’s, schilderijen en andere beelden, en welke middelen (perspectief, lichtinstallatie, kleur en dergelijke) je tot je beschikking hebt om de blik en dus ook de interpretatie van de kijker te sturen.”
(Rita GhesquiereGhesquiere e.a./Een land van waan en wijs. Geschiedenis van de Nederlandse jeugdliteratuur. Amsterdam, Uitgeverij Atlas-Contact, 2014, blz. 201-202.)