Annie M.G. Schmidt:
“De taal speelt een belangrijke rol in uw werk. Kees Fens heeft eens opgemerkt dat u een taal gebruikt voor kinderen en onaangepasten, ongewoon gewoon Nederlands.” “Ik denk dat dat toch voornamelijk komt door de omgang met kinderen. Vertellen, voorlezen, en dan precies weten en aan oeken welke woord en te moeilijk zijn en niks zeggen. Kinderen willen geboeid worden, meeleven met wat je vertelt en dat betekent weglaten wat abstract is. Ik denk dat ik daardoor ook ben gaan schrijven voor radio, voor televisie en theater omdat het daar precies zo werkt. en dan ga je vermijden wat ondoorzichtig is. Maar dan wordt het inderdaad simpel, ja. Kees Fens kan dat nou wel allemaal heel mooi zeggen: het is zo helder en een oudig, maar ik vind ook dat je daardoor de rijkdom van de taal niet ten volle gebruikt.Dat heb ik te weinig gedaan. Als ik Komrij lees of Hermans, denk ik altijd: O wat fijn om dat allemaal zo te kunnen zeggen met die taal die zo mooi en zo rijk is. Hoe veel woorden zou ik gebruiken? Die beperking is niet bewust, alles wat ik schrijf is altijd intuïtief, maar dit oordeel heb ik achteraf: het is allemaal wel leuk, maar het is ook weleens simplistisch, hoor.”
(Corine Spoor/Annie M.G. Schmidt en wat niet mag van de buren. De Tid, 13 november 1987.)