De Bijbel voor kinderen.
“Al in de achttiende eeuw verschenen de eerste bewerkingen van bijbelverhalen voor kinderen. In ‘De Kleine Printbijbel’ (1754) worden de bijbelteksten in rebusvorm verteld. Afgezien van deze speelse uitschieter bestaat het merendeel van de Kinderbijbels in de achttiende eeuw uit uittreksels van de geloofsleer voor volwassenen. Het besef dat de verhalen in taal- en woordgebruik moeten aansluiten bij de beleving van kinderen dringt pas later door. W.G. Van de Hulst schreef de verhalen in ‘De Bijbelse Geschiedenissen’ (1918) zo dat kinderen ze kunnen meebeleven en zich de waarden en normen die erin opgesloten liggen, eigen kunnen maken. Na de Tweede Wereldoorlog verdrong een grote stroom kinderbijbels zijn bewerking en het ‘Groot Vertelboek voor de Bijbelse Geschiedenis’ (1938) van Anne de Vries enigszins naar de achtergrond.”
(Selma Niewold/Koning David maakt fouten en krijgt spijt. De Volkskrant, 14 mei 1994.)