Jacques Vosl& Ineke Haykens:
“Ik had zelf het idee dat je in deze eerste gedichten het compromis weergaf dat je als kind moet sluiten: Je kunt begrijpen hoe bepaalde zaken in elkaar zitten, maar je gevoel zegt dat het misschien toch wel anders is…..”
Leendert Witvliet: “Wat je zegt over verstand en gevoel klopt wel. die tweede afdeling geeft meer een vrijheidsgevoel weer. Hij gaat ook over de relaties tussen kinderen onderling, aardig is dat het gedicht ‘Dag’ weer op mijn dochter is gebaseerd, maar dat iedereen denkt dat het over jongens gaat doordat Annemie Heynabs er een tekening van een jongen bij heeft gemaakt. Augustusgevoel doet me te veel aan vrije tijd denken, het ging mij meer om het weergeven van stemmingen, om het alleen zijn, om verveling ook. Je ziet dat bijvoorbeeld in het korte gedicht ‘Tuin’, (daarin wilde ik d.m.v. Het ritme de. Ervaring en de eentonigheid uitdrukken) dat gedicht moest voed doorlopen. Je ziet het ook aan het eerste en het laatste woord, bah en pot, deze twee woorden moeten de boel als het ware gevangen houden. Ik ben een paar weken geleden geïnterviewd door kinderen uit Amsterdam, die konden zich bij dit gedicht maar weinig voorstellen. Dat waren kinderen uit de binnenstad die kennen dit soort tuinen niet.” (Jacques Vos & Ineke Haykens/Ik hoef geen meneer Alexander te worden… Verslag van een gesprek met Leendert Witvliet n.a.v. De bundel ‘Vogeltjes op je hoofd’. Leestekens, 1e jrg., nr. 4, maart 1981.)