“Karakterologisch heeft Kikker voor mij een duidelijke rol. In mijn dierenwereld staat hij voor de onschuld, het onschuldige kind. Onbevangen, naïef en argeloos staat hij in het leven, zonder de doortraptheid van volwassenen. Kikker is nog schoon. Nou, daar kun je allerlei dingen op afsturen. zoals verliefdheid, angst, vreemdelingenhaat. Kikker komt voor het eerst in aanraking met het echte leven, zal ik maar zeggen. Dat maakt hem herkenbaar voor lezers en lezeressen uit alle windstreken. Maar ook voor mij. Ik zit in Kikker, Kikker zit in mij….. Ik teken de bewoners van een wereld die ikzelf heb gecreëerd. Ik bepaal zelfs hun lot. Inderdaad, voor mijn eigen dierenrijk ben ik een godje, Ik mag graag in die wereld vertoeven. al die verschillende karakters… Het zijn mijn kinderen. Ze zitten allemaal in mijn hoofd, allemaal stemmetjes, ze vragen als het ware om avonturen en belevenissen. Zo word ik voortdurend naar de tekentafel geroepen, haha.” (Pieter Webeling/Over Max Velthujs. De Volkskrant, 12 december 1998.)