“Winnie, ten slotte, werd in Canada door een luitenant gekocht toen hij in 1914 op weg was naar een legerkamp. (Winnie was een beer die dienstdeed als oorlogsmascotte in de Amerikaanse strijdmacht.) Van daaruit zou hij naar Europa vertrekken, en dat wilde hij niet zonder mascotte doen. Hij noemde hem Winnie, naar zijn geboortestad Winnipeg. Winnie werd bij aankomst hartelijk ontvangen en voer mee naar Frankrijk. Omdat een beer net als een leeuw in een loopgraaf lastig te houden is, schonk de luitenant hem uiteindelijk aan de Londense dierentuin. Op een dag stond er een jongetje voor Winnie’s kooi, hij heette Christopher Robin Milne. Toen hij thuiskwam noemde hij zijn teddybeer meteen ook Winnie. De vader van dat jongetje was schrijver en niet lang daarna werd die beer wereldberoemd.” (Uit: Bibi Dumon Tak/Oorlogsdieren. Amsterdam, Athenaeumn-Polak&Van Gennep, 2009, blz. 52.)
*A.A. Milne (1882 – 1956)
“Beroemd uit Milne’s boeken zijn de tekeningen van Ernest Shepard. Zelden is er zo’n volmaakte eenheid van tekst en tekening geschapen als in de Pooh-boeken….. Voor de echte Christopher Robin, Milne’s zoon, is de Pooh-creatie niet altijd even leuk geweest. Hij verweet zijn vader later hem zijn goede naam ontfutseld te hebben en hem niets meegegeven te hebben dan de lege faam zijn zoon te zijn. Hij besefte toen niet dat zijn vader zich van de fictieve creatie wilde ontdoen. Milne was en bleef beroemd door Winnie-The-Pooh; al zijn andere schrijfwerk viel, misschien terecht, daarbij in het niet. Enigszins verbitterd overleed Milne in 1956. Winnie-the-Pooh werd in 1929 vertaald door Nienke van Hichtum.” (Joke Linders-Nouwen/Over kinderboeken. Teleac, NBLC, 1986, blz. 134.)