“De hoofdpersoon is Nina. Ze loopt extra gevaar doordt ze helderziend is…. Haar bijzondere gaven heeft Nina van haar moeder geërfd. Ze kan bijvoorbeeld ook pijn verzachten door handoplegging. Bovendien heeft haar moeder haar een amulet nagelaten. Daar wijst de titel op. Op dit voorwerp staat een plant afgebeeld, de digitalis. wie zo’n amulet draagt, is een specialist in kruiden. Digitalis is namelijk een bijzondere plan: dodelijk voor leken, maar heilzaam voor ingewijden. Van heksen werd beweerd dat zij grote kennis van kruiden hadden en die gebruikten om er kwaad mee te doen…. Nina verandert in de loop van het verhaal volkomen. In het begin is zij een angstig, teruggetrokken meisje dat niet goed raad weet met haar bijzondere gaven en vreest dat de mensen haar van hekserij zullen beschuldigen. Aan het eind is zij een zelfstandige, zelfverzekerde jonge rouw die ruimte en vrijheid nodig heeft om te kunnen leven….. Over heksenvervolgingen, zigeuners en anders-zijn zijn al veel historische jeugdboeken geschreven. De onderwerpen zijn op zichzelf dus nietzoorigineel, maar de schrijfster heeft ze hier wel op een interessante manier uitgewerkt.” (Ruud Kraaijeveld/Jeugdboeken 1995. Samenvattingen en besprekingnen. Uitgeverij Ellessy, Arnhem, 1996, blz.84-88.)