“Er zijn er in Hoofddorp heel wat, die precies weten wie Dik Trom was. Ze noemen de namen van Hein Engel en Dik Buurman. Toen in 1973 op het Marktplein een standbeelden van Dik Trom werd onthuld, zaten op de eerste rijen de familieleden van de bolle kindergeld. De nazaten van Kieviet, die ook waren uitgenodigd, wisten niet wat ze zegen – ze hadden altijd gedacht dat zij de familieleden van Dik Trom waren. Ze weten trouwens zeker dat er geen echte Dik Trom heeft bestaan. Wel had de vader van Hein Engel net zo’n kruidenierswinkel als vader Trom, met een groot vat stroop en een korenmolen, De molen brandde in 1921 af…… E de boerderij Graan voor Visch, waar jaarlijks het circus stond en waar Dik voor een weddenschap achterstevoren op die ezel ging zitten, heeft er ook echt gestaan …. De Hoofdvaart, het Cruquiusgemaal en de boom op het Marktplein zijn er nog. Flipsen, de veldwachter, diende in Hoofddorp van 1865 tot 1881. En de vrienden van Dik dragen Hoofddorpse namen: Jan Vos, Dirk Langereis en Piet van Dril.” (Henk van Gelder/’t is ’n bijzonder kind, dat is ie.Bussum, De Gooise Uitgeverij, 1980, blz. 45).
“Naam had Kieviet toen nog niet gemaakt. Misschien dat de aarzelingen van Van Goor ertoe leidden dat Kieviet de kopij van Dik Trom bij Kluitman probeerde te slijten. In 1891 werd het boek voor het eerst in de fondscatalogus opgenomen… Toen Kieviet in 1928 bij zijn zeventigste verjaardag terugblikte, vertelde hij over de ontstaansgeschiedenis van Dik Trom. Als hoofd van de lagere school te Etersheim – een dorpje aan de toenmalige Zuiderzee, halverwege tussen Edam en Hoorn – schreef hij het boek voor de schoolbibliotheek van zijn eigen leerlingen. zij leverden ook de stof voor het boek: ‘Ik vond het… Een prachtige gelegenheid om den leerlingen uit de hoogste klas geschreven schrift te laten lezen. Zooiets komt betrekkelijk weinig voor en het is toch wel van belang. De oudste leerlingen lazen dus, om beurten, een paar bladzijden manuscript en de hele school luisterde, tot de allerkleinsten toe, die lei en griffel lieten rusten om mee te genieten van alles, wat Dik Trom in jongensovermoed bedreef. De kinderen in Etersheim vonden het verhaal prachtig, maar de uitgevers… Zes, zeven keer stuurde ik den knaap vol goed vertrouwen op reis, en even zoovele keeren kwam hij onverricht terzake terug. een verhaal, dat brak met alle bestaande boeken! Neen, dank u! zeiden de heeren uitgevers; daar wagen wij ons niet aan!”
(Het geheim van Kluitman. 150 jaar geschiedenis van een uitgeverij 1864-2014. Alkmaar, uitgeverij Kluitman, 2014, blz. 139-140).