“Zo gravend in het stof van mijn antiek verleden, stuit ik – dit zeg ik zonder mijn andere helden onrecht te willen doen – op de resten van mijn meest beminde heldin: het meisje dat de sleutel vond van Frances Burnetts ‘De geheime tuin’. Bijna een anti- heldin, want ze was humeurig, tyrannieke en daarbij onaantrekkelijk mager en gelig van huid. Iets kleins , boos en ongelukkigs, dat heel alleen uit een exotisch land naar het mistige Engeland werd gezonden, naar het huis van een onbekende, vrijwel altijd onzichtbare oom. Maar huis en oom wRen niet belangrijk: de Tuine, daar ginge het om, die ene ommuurde tuin, die lange jaren voor de blikken van mensen onzichtbaar was geweest. Verborgen dingen ontdekken en bezitten, helemaal in je eentje, dat is een oerverlangen in bijna ieder kind. Koning zijn in een domein waar de volwassenen geen voet kunnen zetten. De onzichtbare deur openen onder de zware klimop en en daar staan, binnen de muren, tussen grijze omstrengelingen van dode takken, – je projecteert je zelf terug naar die oude jaren en je staat daar weer in een wereld door de mensen verlaten, samen met je helding, je bloe kloppend achter haar gele huid. Er waren knoppen zichtbaar aan het winterse hout en wat ze wilde, mijn helding, dat was: dingen tot leven wekken.” (aldus Ineze van Dullemen in ‘Dat was nog eens lezen! 40 Auteurs over boeken uit hun kinderjaren. Singel 262, Querido, Amsterdam, 1972, blz. 33.)
JvdW: Zowel ‘De kleine lord’ als ‘De geheime tuin’, beide van Frances Burnett, vind ik, om geheel verschillende redenen, tot de top van de kinderwereldliteratuur horen. ‘De kleine lord’ Fauntleroy is emotioneel een van de meest positieve boeken wereldwijd en bovendien prachtig geschreven met rake dialogen en kenmerkende one-liners. Het ultieme kerstverhaal. Al meer dan een kwart eeuw bekijk ik in de week voor kerstmis de film van dit verhaal met Alec Guines in de rol van opa en nog steeds verheug ik me jaarlijks op die uitzending op de Duitse ARD. ‘De geheime tuin’ is mysterieus, een verhaal met menselijke tegenstellingen, met ingehouden spanningen, met verrassingen, met kinderen die van negatief door de natuur en door verrassingen positief worden; en bovendien ijzersterk geschreven. De top van Engelse kinderboekenproductie rond het begin van de twintigste eeuw.