Kindergedichten op muziek

JvdW: Zover als we kunnen teruggaan in onze cultuur, is er door kinderen gezongen. afgezien van kinderrijmpjes en bakerliedjes is daar niet veel van overgeleverd. Sommige  van onze bekendste liederen gaan terug tot de middeleeuwen, met name zijn er oude kerstliederen die door kinderen in de kersttijd graag gezongen worden en waarschijnlijk ook werden. Bekend is dat vanaf het midden van de negentiende eeuw dichters en componisten van naam zich aan het kinderlied gingen wijden. Jan Pieter Heije is de tekstdichter die iedere oudere Nederlander kent van liederen als ‘Een karretje op de zandweg reed’, ‘Gij schitterende kleuren van Nederlands vlag’, ‘Heb je van de zilveren vloot wel gehoord’ op muziek van J. Viotta. rond de voorlaatste eeuwwisseling, dus rond 1900, werden sprookjes, fabels, korte toneelstukjes voor kinderen op muziek gezet, zodat kinderen thuis konden zingen en toneelspelen, door de piano begeleid. vooral in de betere kringen werd dat een rage. dit gebruik was vrij algemeen tot de Tweede Wereldoorlog. Uit de veertiger jaren, mijn jonge tijd, is het me in de regio Midden-Limburg niet bekend. Wel werd er veel piano gespeeld en gezongen. Met name befaamd waren de jaarlijkse voorspeelmiddagen bij de pianolerares juffrouw Schaffhausen aan huis, dat was in de Paulusstraat te Weert. Al haar pianoleerlingen uit Nederweert kwamen dan een middag bij haar thuis samen, van alle leeftijden, en zij speelden om beurten of getweeën een quatre-mains, zoals Herma Thomassen, mijn overbuurmeisje, en ik. Dat was spannend, omdat je eigenlijk voor het eerst en plain publique speelde.

 

Er is een moment in je leven dat vreugde en verdriet volledig samen kunnen vallen.

Er is een moment in je leven dat vreugde en verdriet volledig samen kunnen vallen.
Mijn vriend en ik gingen op vakantie naar Noord-Groningen, omdat in de loop van de week zijn lievelingszus die in Grijpskerk woonde, jarig zou zijn. We hadden een huisje gehuurd op Lauwersoog waar je waanzinnig fijn kunt fietsen en wandelen. Alle dorpjes aan de waddenkust hebben een of meer kleine musea: een kaarsenmuseum, een volkskundig museum, een theemuseum en meer van die interessante kleine dus persoonlijk musea. Het was zondagochtend en we wilden als katholieken naar de zondagse H. Mis.
Een tiental kilometer van Lauwersoog ligt Kloosterburen, een van oudsher katholieke enclave in een verder protestantse omgeving. Wij daar naar de zondagse Mis. Aansluitend gingen we naar Pieterburen omdat we zowel lucifers en theelepeltjes vergaten waren van Limburg uit mee te nemen; weet je, in die vakantiehuisjes ontbreken soms de meest basale dingen. Zo kon je in onze bungalow geen koffie zetten, want er was geen houder om de filters in te plaatsen. Zoals gezegd reden we na de Mis naar Pieterburen waar een soort Winkel van Sinkel zou zijn. En inderdaad, die was er. We vonden er alles wat we nog nodig hadden. En ik vond er een originele, complete vertaling van David Copperfield. Nu moet je weten dat Horst en ik altijd een boek op vakantie meenamen dat we beiden lazen, zodat we er over konden discussiëren. Horst had Dickens natuurlijk compleet en in het Engels, want hij had voor zijn studie Geschiedenis in Nijmegen een tijdje Engels gestudeerd. Voor mij was dat te moeilijk; ik had dus een Nederlandse bewerking meegenomen, maar die was verre van volledig. Daar bedoel ik mee dat het geen integrale vertaling van Dickens David Copperfield was. Ze hadden in die uitdragerswinkel maar vier of vijf Nederlandstalige boeken en laat nu net een van die exemplaren de door mij gezochte integrale uitgave zijn, gelukkig in groot formaat met goed leesbare lettergrootte. We voelden ons de koning te rijk. zo’n toeval, dat maak je maar een enkele keer in je leven mee. Terug in ons huisje gingen we meteen koffiezetten en aan het lezen. Na enkele dagen wandelen en lezen hadden we beiden David Copperfield uit. En dat was een afknapper. Ik vond het boek zo fantastisch mooi dat ik na het lezen alleen nog maar kon zeggen: “Ik ben dodelijk jaloers op iedereen die dit boek nog niet gelezen heeft en er dus direct aan kan beginnen, waarmee zij of hij dan een ongelofelijke leeservaring heeft. En wat triest dat ik het boek nooit meer voor de eerste keer kan lezen.” Al heb ik het sedertdien nog geregeld gelezen, toch nooit meer met die waanzinnige passie van de eerst keer.
De afknapper was dus dat ik het boek nooit meer voor het eerst kon lezen!

Els Pelgrom

“Els Pelgrom is een schrijfster die haar naam en faam in grote mate te danken heeft aan ‘Kleine Sofie en Lange Wapper’, dat in 1984 verscheen. Zij maakte dit boek samen met illustrator The Tjong Khing. Het duo kreeg er tal van prijzen voor. het boek wordt alom beschouwt als het beste oorspronkelijk Nederlandse kinderboek dat in de jaren tachtig verscheen. We zijn nu zes jaar verder. Els Pelgrom schreef inmiddels vier nieuwe boeken, die zich afspelen in Zuid-Europa. Vooral de sfeerbeschrijving in deze boeken maakt indruk. In weinig woorden weet Pelgrom het land dat zij beschrijft, tot leven te wekken: de dorpen, de steden, de mensen, de hitteplan de Zuid-Europese zomer.” Over ‘De Eikelvreters’: “Het boek bevat nauwelijks dialogen, maar juist doordat alles zo boeiend en beeldend is geschreven en de personages al na drie zinnen mensen van vlees en bloed zijn geworden, laat het zich uiterst gemakkelijk lezen. Het lijkt wel alsof Els Pelgroms taalgebruik steeds mooier wordt.mBijna iedere regel is de moeite van het lezen waard.”

(Rindert Kromhout/Ode aan Andalusië. De Volkskrant, 27 januari 1990.)