JvdW: Het boek dat in mijn jeugd verreweg de meeste indruk op me gemaakt heeft, is ‘Het testament van Schreiend Hart’. Alleen al de titel is zeer bijzonder. Het verhaal is spannend, soms poëtisch, goed geschreven en met een solide opbouw en clou. Het ging over een dokterszoontje in een stadje in een ver land in Oost-Azië, waardoor ik er mij als dokterszoontje zeer betrokken bij voelde, al woonde ik in een dorp (eigenlijk woonde ik in een kleine stad: namelijk in Weert in een pensionaat van broeders, waar ik vanaf mijn negende tot mijn twaalfde op het internaat de laatste klassen van de lagere school volgde). De Blerickse schrijver heeft maar twee boeken kunnen schrijven en is in of direct na de oorlog op zeer jonge leeftijd overleden. Toen ik vijftig werd, hebben mijn vriend Horst Schrooten en Harrie Kooyman alles in het werk gesteld om dat boek op de kop te tikken. Uiteindelijk is ze dat gelukt. Ik heb het natuurlijk meteen herlezen en vond het als herinnering prachtig maar merkte dat het onterecht zo onbekend is, omdat het aanmerkelijk beter geschreven is dan veel hedendaagse kinderboeken.