“Alhoewel de zusjes veel gemeen hebben – ze schrijven en tekenen alle twee – zijn er ook verschillen. Geïnspireerd door Waechter, Sendak en Janosch heeft Margriet iets meer oog voor de absurde kanten van het alledaagse. Haar tekeningen hebben humor en vaart en zijn nooit zoetelijk, haar teksten zijn muzikaal en wars van elke moraal. Het werk van Annemie is iets idyllischer. Haar tekeningen tonen een interessante spanning tussen traditie en vrijmoedigheid. Beiden verlangen in tekst en tekeningen naar intimiteit en geborgenheid. Alleen in de rijkdom van de verbeeldingswereld lijkt enige veiligheid en troost te vinden voor de duistere kanten van het menselijk bestaan. In de ruim twintig jaar dat zij nu samen beeldverhalen maken,ndringt een steeds hardere realiteit in hun fantasiewereld door…. ‘Lieveling, boterbloem’van Margriet Heymans. In dit op rijm geschreven verhaal heeft de hoofdfiguur twee kanten, een aardige, zorgende en een agressieve, vernietigende kant. Het bevat een schat aan bakerachtige verzen: ‘Hoppetiepop de wind steekt op’ of ‘Zwingel zwengel en uit is het feest, nu is het wel weer genoeg geweest.’ In de vorm van een klassiek drama met een reïncarneren waarschuwende stemmen is ook hier lief en leed verstrengeld.” (Joke Linders e.a./Het ABC van de jeugdliteratuur.” Groningen, M. Nijhoff, 1995, blz. 209-211).
JvdW: Van het werk van Margriet Heymans, een van de beste dubbeltalenten van het Nederlands taalgebied, ben ik een heuse fan. De naïeve, vaak verstilde en melancholische tekeningen vullen de poëtische taal zinvol aan. Als ik haar werk lees en bekijk, overvalt me een treurnis die maar moeilijk te beschrijven is. Een voortdurend gevecht tussen weemoed, zinloosheid en het zoeken naar verbondenheid of affectie. Toen ik vijfentwintig jaar geleden naar haar toeging in Den Bosch, was ik zo onder de indruk dat ik alles wat ik maar krijgen kon, van haar gekocht heb. Een bijzondere vrouw met een bijzonder oeuvre.