JvdW:: In mijn Gymnasiumjaren heb ik natuurlijk Homerus gelezen; wij begonnen in de lessen Grieks met fragmenten uit de Odyssee en later ook uit de Ilias; beide boeken zijn meesterwerken van Homerus. Tegelijkertijd lazen we in de lessen Latijn van Vergilius de Aeneïde, een schrijver die mijn voorkeur had, omdat ik vond dat ik die dichterlijker kon vertalen. In mijn herinnering was bij Homerus de Odyssee veel mooier en belangwekkender dan de Ilias, die vooral over het gevecht rond Troje en de val van die stad ging. Het was allemaal prachtig maar wel erg hoogdravend, Wat ik echter hier bij Imme Dros lees, overtreft al mijn literaire verwachtingen. Wat maakt zij van dit bijzondere verhaal een uitzonderlijke, eigentijdse leeservaring. En dat bedoeld voor kinderen! Ik moet er wel bij vermelden dat Imme Dros het epos van Vergilius, de Eneide dus, als uitgangspunt neemt. Wat kan zij magistraal vertellen. Dat zij de jonge lierdichter Arion, hij is pas 12 als het verhaal begint, als verteller neemt, invoegt eigenlijk, vind ik al een vondst. Daardoor kan het verhaal persoonlijk en levendig worden. Er zijn geen hoogdravende bewoordingen nodig. Neem de directe, beeldende woorden die ze de moeder van Arion in de mond legt, als die wil zeggen dat al dat geloof in goden en helden maar bijgeloof is. “Denken doet geen kwaad, wat je denkt krijg je toe. Maar gelijke koeien gelijke staarten, ik mag ook denken wat ik wil, en als ik niet geloof dat die stijve hark van Aeneas de zoon van een liefdesgodin is, dan maakt niemand mij wijs, jij ook niet, dat het wel zo is. goden zijn verzinsels, bedenksels, lucht. Fffft.” (Bladzijde 30.) Ik moet bekennen dat ik het boek zowat in een adem uitgelezen heb, ondanks het feit dat ik het verhaal nog heel present had van mijn studietijd. Het is dus klaarblijkelijk minder belangrijker dat een verhaal nieuw is, als het maar als nieuw verteld wordt en spannend gemaakt wordt. En spanning is er bij het verhaal van Imme Dros in overvloed. Ik heb ervan genoten.