“Een oude man drijft op een wolkje in de richting van de hemelpoort. Christus ziet hem naderen, en verwelkomt hem persoonlijk. ‘Beste man, wat was uw beroep op aarde?’ ‘ach, een beetje van dit, en een beetje van dat. Ik timmerde wel eens wat,’ zegt de oude man bedeesd. ‘en, beste man, had u kinderen?’ Gaat Christus geïnteresseerd verder. ‘Ja, ik had een zoon; of nee, eigenlijk was het niet echt mijn zoon. Maar dat is een lang, en droef verhaal,’ zegt de man, en pinkt een traan weg. ‘ach, ach, wat heeft hij toch geleden.’ Christus zet grote ogen op van verbazing. ‘Maar, goede man, wat was uw naam dan, daar beneden?’ ‘giuseppe’ (Jozef), antwoordt de grijsaard, en kijkt in het gezicht van de jonge man die voor hem staat. ‘Vader!’ Roept Christus diep ontroerd, en de tranen springen hem in de ogen. ‘Pinocchio, mijn jongen, ben jij het!’ Schreeuwt de grijsaard verrukt. snikkend vallen zij in elkaars armen…. goed, de gelijkenis tussen het leven van Christus en dat van Pinocchio,moge niet in alle opzichten opgaan, maar deze en andere parallellen tussen beider levens vallen toch moeilijk te ontkennen. Werden ze allebei niet onder eigenaardige omstandigheden geboren? Komt de dubbele natuur van Chirstus niet overeen met de dubbele natuur van Pinocchio, die eerst een marionet was, en uiteindelijk een jongetje werd? En stierf Pinocchio niet een trieste dood aan een eiketak, zoals Christus aan het Kruishoutem werd genageld. En zijn beiden niet die verschrikkelijke dood te boven gekomen? En onsterfelijk gebleken? Want onsterfelijk is Pinocchi. In een eeuw tijd zijn alleen al in Italië 135 verschillende geïllustreerde edities van zijn avonturen verschenen.” (Paul van Heck/Mijnheer C. Collodi schrijft mij dat Pinocchio nog in leven is. De Tijd, 29 maart 1985.)
“Het is … De vraag of Pinocchio wel opnieuw had moeten worden vertaald. De vertaling van Klinkert was mooi. Leontine Bijman en Annegret Bottner bestudeerden alle eerder verschenen vertalingen en kwamen tot de conclusie dat het beter kon. Maar is hun vertaling ook beter dan die van Klinkert? Klinkert bleef dicht bij de oorspronkelijke tekst en kwam toch tot een soepele Nederlandse versie. Bijman en Bottner veroorloofden zich meer vrijheden. Een voorbeeld…Klinkert …. ‘Ze liepen, liepen en liepen tot ze eindelijk tegen de avond doodmoe in de herberg De Rode Kreeft aankwamen’. bijman en Bottner …’Lange tijd liepen ze en eindelijk tegen de avond, kwamen ze doodmoe aan bij de herberg De Rode Kreeft. ‘Lange tijd liepen ze’ is een drogere zin dan ‘Ze liepen, liepen en liepen’. In die laatste woorden klinkt vermoeidheid door, precies zoals je vermoeidheid proeft uit de Italiaanse zin….. slecht is die nieuwe vertaling zeker niet. Ze laat zich vlot en eenvoudig lezen. Maar een vertaling die een eerdere vertaling van hetzelfde boek niet overtreft, is overbodig.”
(Rindert Kromhout/Een pak rammel of zoveel slaag als een ezel. De Volkskrant, 12 november 1988.)